AERDENHOUT - De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland geeft de omwonenden van de pastorie in Aerdenhout ongelijk in het kort geding dat zij aanspanden tegen de Parochie. De omwonenden wilden voorkomen dat het COA de pastorie gaat gebruiken als opvanglocatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen.



Het kort geding

De Parochie in Aerdenhout heeft de pastorie en een bijgebouw verhuurd aan het COA voor de opvang van maximaal dertig alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het COA wil begin december de eerste asielzoekers opvangen. De omwonenden van de pastorie hadden een kort geding aangespannen tegen de Parochie om het gebruik van de pastorie als opvanglocatie tegen te houden. Ook het COA was partij in de procedure.

Erfdienstbaarheden uit 1904 en 1918

De omwonenden hebben zich beroepen op erfdienstbaarheden uit 1904 en 1918. Daarin zijn afspraken gemaakt over het gebruik van het terrein die nog steeds gelden. Volgens de omwonenden is het gebruik van de pastorie als opvanglocatie in strijd met die erfdienstbaarheden. Uit de akten van de erfdienstbaarheden blijkt dat alleen een herenhuis is toegestaan en dat het landelijk karakter behouden moet blijven. Ook is op het terrein van de Parochie geen hotel of pension toegestaan.

Het oordeel van de voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter is het niet met de omwonenden eens. In een akte uit 1920 is een uitzondering gemaakt op de erfdienstbaarheden van 1904 en 1918 om de bouw van een Rooms-Katholieke kerk met bijgebouwen mogelijk te maken. De kerk wordt nog steeds gebruikt voor kerkdiensten, huwelijken en uitvaarten. Daarnaast is de zorg voor mensen in nood een taak van de kerk. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat de opvang van vreemdelingen in de pastorie past binnen de akte uit 1920, waarin een Rooms-Katholieke kerk met wat daar bij hoort, is toegestaan.

Bovendien is het gebruik van de pastorie als opvanglocatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen niet in strijd met de erfdienstbaarheden uit 1904 en 1918. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de pastorie gelijk is te stellen met een herenhuis. Ook vindt de voorzieningenrechter dat de opvanglocatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen geen hotel of pension is.