Op 21 februari 1945 rijdt een chauffeur en bijrijder van drukkerij Joh. Enschedé dertien ondervoede kinderen van personeelsleden en een begeleidster naar Graft-De Rijp. Het is midden in de hongerwinter en de kinderen zijn onderweg om op het platteland aan te sterken. Het is de derde rit van het bedrijf naar de boeren. Maar deze keer gaat het vreselijk mis. Het busje wordt door een Engelse Spitfire beschoten. Zeven meisjes en twee begeleiders overleven het niet.
Als de Haarlemse/Amerikaanse kunstschilder Henk Pander dit verhaal in 2017 leest, is hij geschokt en verbaasd. Verbaasd omdat hij als zoon van een Enschedé-werknemer het verhaal niet kent. Geschokt omdat hij, samen met zijn broer, in dat busje had kunnen zitten. Zij waren begin 1945 zeven en vijf jaar oud. In het gezin is nooit over dit incident gesproken wat de indruk wekt dat zij in het busje hadden kunnen zitten, maar de dans ontsprongen zijn.
Toen en nu
Speciaal voor deze tentoonstelling sprak documentairemaker Erik Willems samen met Peter Pander, broer van de schilder, met nabestaanden van de tragische reis. De korte documentaire is te zien in de filmzaal van het museum.
Ruim 50.000 ‘bleekneusjes’ vanuit de randstad geëvacueerd naar het platteland
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het gebrek aan eten, brandstof en kleding in de steden in het westen van Nederland groot. Omdat er zorgen zijn over de ondervoede jeugd (de toekomst van het land) ontstaan ook in Haarlem initiatieven voor de ‘bleekneusjes’. Ook worden er kinderuitzendingen en bijvoeding geregeld vanuit bedrijven zoals Joh. Enschedé en Droste. Sommige ouders brengen hun kinderen zelf weg op de fiets naar het oosten of noorden. Door deze acties blijkt het sterftecijfer onder stadskinderen het laagste te zijn van alle leeftijdsgroepen tijdens de hongerwinter. In totaal worden er meer dan 50.000 kinderen tijdens de oorlog vanuit de Randstad naar het platteland gestuurd.
Henk Pander, zoon van een graficus
Henk Pander is geboren in 1937 als oudste kind van Haarlemse graficus en ontwerper Jaap Pander werkzaam bij de firma Joh. Enschedé. De eerste teken- en schilderlessen worden Henk met de paplepel ingegoten op zijn vaders atelier. Al snel trekt hij naar buiten, naar Spaarndam en de Kennemerduinen, of in de zomer naar het Friese platteland. Begin jaren vijftig volgt hij lessen bij de Haarlemse kunstschilder Henri Boot. Op zijn achttiende gaat hij naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam. In 1961 wint hij de Prix de Rome (zilveren erepenning). Vier jaar later emigreert Henk Pander naar Portland Oregon in Amerika. Daar werkt hij als docent op een kunstacademie. Al snel vestigt hij zich als zelfstandig kunstenaar.
Reserveren kan digitaal
Zolang de maatregelen duren, is Museum Haarlem alleen toegankelijk met een online e-ticket. Timeslots zijn ingevoerd om de bezoekersstromen goed te kunnen reguleren. De tickets zijn online verkrijgbaar via de website van het museum.
Museum Haarlem
Het museum bevindt zich in het winkelhart van historisch Haarlem, aan het Groot Heiligland 47, 2011 EP Haarlem. Openingstijden zijn dinsdag t/m zaterdag van 11.00-17.00 uur en zondag en maandag 12.00-17.00 uur. Zie ook www.museumhaarlem.nl