HAARLEM - De rechtbank Noord-Holland heeft een 32-jarige man veroordeeld voor het verduisteren van in totaal 425.000 euro bij zijn werkgever, gelddrukkerij Joh. Enschedé in Haarlem. Daarnaast heeft hij geprobeerd een bedrag van 1.575.000 euro te verduisteren. Dat gebeurde in 2017. Hij krijgt een gevangenisstraf van 36 maanden opgelegd, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Een 41-jarige oom van de man, bij wie 30.000 euro van de buit werd aangetroffen, is veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren.
Uitzendkracht
De man was via een uitzendbureau als plaatsvervangend teamleider werkzaam bij Joh. Enschedé. Hij had binnen een aantal maanden een belangrijke positie weten te krijgen binnen het bedrijf. Tijdens een van zijn diensten heeft de man dozen met vijftigeurobiljetten ter waarde van in totaal twee miljoen euro apart gezet in een opslagruimte en daar verborgen onder inpakfolie. Vanwege beveiligingsmaatregelen binnen Joh. Enschedé werd ieder personeelslid bij het in- en uitgaan van het pand gewogen. De man kon daardoor alleen beetje bij beetje het geld uit de dozen mee naar buiten nemen. Hij zei dat hij dit had gedaan door biljetten in zijn onderbroek te stoppen.
De opslagruimte was vrij toegankelijk voor personeel en na anderhalve week werden de verstopte dozen ontdekt. Op camerabeelden van het bedrijf was te zien dat de verdachte degene was die de dozen daar had verstopt. Hij had in de tussentijd 375.000 euro mee naar buiten weten te nemen. In de kleedkamer van het bedrijf werd een tas van de man gevonden waarin hij nog eens 50.000 euro had verstopt.
Een aantal bankbiljetten is terechtgekomen in het reguliere betalingsverkeer, maar het grootste gedeelte van het geld is niet boven water gekomen. Wel bleek dat in de auto van een oom van de man ruim 30.000 euro was verstopt en dit geld afkomstig was van de verduistering bij Joh. Enschedé. De man en zijn oom waren van plan enkele dagen later samen met deze auto naar het buitenland gaan.
Oordeel van de rechtbank
De Koninklijke Joh. Enschedé is een bedrijf dat vanwege het drukken van bankbiljetten van (inter)nationaal belang is. De verdachte heeft het in hem gestelde vertrouwen op meer dan grove wijze beschaamd, oordeelt de rechtbank. Hij is geraffineerd te werk gegaan, onder meer door een nieuwe pakbon uit te draaien om het wegnemen van de bankbiljetten te verhullen. Ook heeft hij door zijn handelen het maatschappelijk betalingsverkeer ontwricht. Dit rekent de rechtbank hem aan. Over wat er met de buitgemaakte bankbiljetten precies is gebeurd en waar het is gebleven, heeft de verdachte weinig openheid van zaken gegeven.
De rechtbank gaat ervanuit dat de man heeft gehandeld uit eigen financieel gewin. Hij is na het feit meermalen gaan gokken en heeft luxe goederen gekocht. Zijn verklaring dat hij heeft gehandeld onder bedreiging van zijn oom vindt de rechtbank niet aannemelijk. Ook is berekend dat de man van zijn strafbare handelen een voordeel van 375.000 euro heeft gehad. Dit moet hij aan de staat betalen.
De oom van de man heeft meegewerkt aan het verbergen van een deel van het verduisterde geld. Hierdoor onttrekt hij opbrengsten van een misdrijf aan het zicht van justitie. Daarbij komt dat de oom geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen.
In de opgelegde straffen is een verlaging verrekend, omdat berechting ruim te lang op zich heeft laten wachten.